Wijzigingswet Wetboek van Strafvordering (vormverzuimen)
Wet van 14 september 1995, tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering (vormverzuimen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de sanctionering van vormverzuimen in het Wetboek van Strafvordering te herzien en de bevoegdheden van het openbaar ministerie om de telastelegging te wijzigen, te verruimen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.]
Artikel II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Dit tijdstip kan voor de verschillende onderdelen van artikel I verschillend worden vastgesteld.
Artikel III
Artikel I, onder D en F, heeft geen gevolgen voor strafzaken die vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet reeds ter terechtzitting in eerste aanleg aanhangig zijn gemaakt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministers, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 14 september 1995
Beatrix
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager
Uitgegeven de achtentwintigste september 1995
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager